nl en fr

Heb vertrouwen, wij zijn de toekomst

Stephan Vanfleteren fotografeerde voor de mooie expo
‘Engelen van de zee’ leerlingen van de maritieme school
IBIS. Of hoe trots en kwetsbaarheid hand in hand gaan.

JOKE VANDER MIJNSBRUGGE, OOSTDUINKERKE


Weet je hoe groot dat kindje is? Zo groot.’ Stephan Vanfleteren houdt zijn hand 1 meter boven de grond. Hij heeft het over Noah, de kindersnoet die ons kwetsbaar en trots aanstaart op de affiche
van de tentoonstelling ‘Engelen van de zee’ in het Visserijmuseum van Oostduinkerke. ‘En kijk naar Milan, dat is net James Dean op Times Square.’ Een stoer hoofd vol sproetjes ontwapent ons met een puurheid die menig ervaren topmodel in zijn hemd zet. 108 kinderen uit de maritieme school Koninklijk
Werk IBIS in Bredene mochten plaatsnemen voor de lens. Met ‘Engelen van de zee’ ging Vanfleteren op zoek naar pure schoonheid achter de gevels van de strenge jongensschool. Hij brengt een tijdloos beeld van een kwetsbare jeugd. Door hun ogen straalt een verwarrende contradictie tusseneen hard bestaan en eenvoudig geluk, waar ieder een fractie van zichzelf in terugvindt. ‘Als ik ernaar kijk, brengen ze mij rust’, zegt hij. ‘ Zij geven ons het signaal: heb vertrouwen, wij zijn de toekomst.’
De school werd opgericht in 1906 door koning Albert I met als doel weeskinderen uit vissersgezinnen een opleiding en een toekomst te geven in de zeevaart. Vandaag vangt de school vooral jongens op die worstelen met complexe thuissituaties. Ze zijn er van zondagavond tot vrijdagnamiddag. ‘Een keer per week gaan ze met het opleidingsschip De Broodwinner op zee’, vertelt Vanfleteren. ‘Ze leren er vissen en met kompas en radar werken. De sfeer is streng, er is discipline en structuur. Dat zijn belangrijke waarden die je later goed kan gebruiken in het beroepsleven. Ze zijn ook heel beleefd, ze leren er omgaan met gezag. En er zitten natuurlijk ook wat rebellen bij, dat is normaal.’
(lacht)
Vanfleteren begon vier maanden geleden met het fotograferen van de jongens. Iedereen kreeg zijn portret. Na amper vier dagen was de fotoshoot al klaar. ‘Ik heb heel efficiënt kunnen werken, dankzij hun discipline. Het was pure concentratie, van negen uur ’s ochtends tot zes uur ’s avonds. Na één dag was ik uitgeput door al de indrukken die ik kreeg. Ik zag een mengeling van fragiliteit, zelfverzekerdheid, onschuld en dramatiek.’ Vanfleteren koos voor een sobere en neutrale achtergrond en heel klassiek licht. ‘Ik vond die tijdloze verwarring interessant. Je voelt niet in welke tijd ze zijn gefotografeerd. Vooral het uniform heeft een grote impact op hoe je kijkt naar iemand. Via hun kleding kunnen ze zich niet onderscheiden, dus het is enkel het gezicht dat overblijft.’ Als outfit voor de fotoreeks koos hij voor een tijdloze marineblauwe mantel en een kraaknet wit matrozenpak. Ook de tentoonstellingsruimte werd in een nieuw kleedje gestopt. ‘Ik wou ze helemaal donker maken en enkel met natuurlijk licht werken’, zegt Vanfleteren. Op de vloer ligt zwart tapijt en de wanden hebben een donkerblauwe tint die als zacht zwart op ons netvlies valt. Alle aandacht gaat naar de portretten. Een vensterwand die uitgeeft op de binnentuin tussen het Visserijmuseum en de aangrenzende estaminet De Peerdevisscher, voorziet de jonge zeemansblikken van fris daglicht. Langs de wand staat een houten desk met afgeschuinde bovenzijde. Daarop een reeks van 66 gezichtjes, afgedrukt op één langgerekte foto. Bij elk gezicht staan een naam en een nummer. Op de grond onder de desk staan zwarte bottines in verschillende maten, netjes op een rij. Op enkele schoenen zijn sporen van zeezout zichtbaar. ‘Als ze aankomen op school krijgen de kinderen een stamnummer en een uniform. De kleding kan doorgaan naar een volgende als ze
eruit zijn gegroeid of als ze de school verlaten’, verduidelijkt Vanfleteren. ‘Maar de schoenen worden niet hergebruikt. Dat is een symbool voor hun persoonlijk bezit. En er zit ook variatie op, het zijn niet allemaal dezelfde ‘bottinekes’ zoals bij het leger.’
Het stamnummer krijgen ze toegewezen bij de inschrijving en het wordt in het uniform
genaaid. ‘Een nummer gebruiken klinkt vreemd voor ons, maar voor hen heeft het een bijzondere waarde. Elk stamnummer is uniek en toont ook wanneer ze aankwamen in de school. En het wordt waarschijnlijk ook vooral toegepast om praktische redenen. Mochten de kostuums niet genummerd zijn, dan zou de wasploeg in de problemen komen.’ (lacht)

‘Engelen van de zee’ is tot 20 november te zien in het Visserij museum NAVIGO in Oostduinkerke.
De fotoreeks is opgenomen in het boek ‘Onze vissers’ (Uitgeverij Hannibal).
www.navigomuseum.be
Bijlagen
© 2024 HERBERT AGENCY Pontstraat 70 B-9831 Deurle GSM +32 (0)477 52 10 01 bernard.herbert@gmail.com